Warm was het. Klef.
Mark stapte in de tram naar huis. Hij voelde een lichte zeurende
hoofdpijn opkomen. Het was weer een vervelende dag geweest op het werk.
In de middag had hij een bijeenkomst bijgewoond, voor het
voltallige personeel, van het bedrijf waar hij werkte.
Verschillende directeuren hadden hun praatje gedaan. De
boodschap was duidelijk; het ging goed met het bedrijf. De kwartaalcijfers
waren positief, de verwachtingen
wellicht nog beter. Er werd niet gepraat over de mensen die in het afgelopen
jaar het bedrijf hadden moeten verlaten. Het moest een peptalk worden en
blijven. Een gezellig samenzijn en niemand mocht dit verpesten. De presentaties
werden afgesloten met een video waarin de successen nog eens breed werden
uitgemeten. Onder begeleiding van opzwepende muziek trokken de beelden snel aan
Mark voorbij zonder echt tot hem door te dringen. Mark keek naar het tevreden
gezicht van de algemeen directeur. Ook deze volgevreten kop met pak en stropdas
had het warm. En dat was hem aan te zien. Het zweet stond op zijn voorhoofd
maar dat kon zijn enthousiasme niet temperen.
Na de meeting was Mark teruggelopen naar zijn kantoor. De
directeur had iedereen opgeroepen om toch vooral op deze manier door te blijven
werken en had opgeroepen om met innovatieve ideeën bij hem te komen. Tuurlijk, elk innovatief idee zou de winst van
het bedrijf kunnen opvoeren. En alles wat de winst opvoerde kwam uiteindelijk ook
weer ten goede aan de directeur.